Waterkeren

Hoe beschermen we Nederland tegen overstromingen? In het geval van dijkdoorbraken kan 60% van ons land onder water komen te staan. Zo’n 3400 km aan dijken, duinen en dammen in Nederland moet daarom aan strenge normen voldoen. Een essentiële opgave voor het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Rijkswaterstaat

WVL voert in opdracht van DGWB en RWS jaarlijks werkzaamheden uit met als doel het ontwikkelen van wettelijke kaders, kennis en instrumentarium voor het uitvoeren van het waterveiligheidsbeleid. Het gaat om het op orde houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten heeft, over voldoende zoetwater beschikt en schoon (drink)water heeft en kan blijven gebruiken, nu en in de toekomst. Deltares levert hieraan in opdracht van RWS WVL een belangrijke technisch-inhoudelijke bijdrage én ondersteunt RWS WVL en opdrachtgevers bij het ontwikkelen van de strategie voor de langere termijn. Deltares stelt zich daarbij op als deskundig en betrouwbaar kennispartner van WVL.


Het belangrijkste onderdeel van de werkzaamheden binnen het taakveld waterkeringen is de ontwikkeling van kennis en instrumenten voor een realistische bepaling van de overstromingskans van primaire waterkeringen. 2022 zal in het teken staan van de uitvoering van het programmaplan BOI (Beoordelings- en Ontwerp Instrumentarium). Het programmaplan verwoordt de ambitie en aanpak en zet de koers uit voor de komende jaren; welke kennisontwikkeling is nodig om tot een optimaal instrumentarium te komen?

Vanuit Kennis voor Keringen identificeren en ontwikkelen we unieke kennis voor een realistische bepaling van de overstromingskansen voor het beoordelen en ontwerpen van waterkeringen.


Bij het beoordelen van de effectiviteit wordt afgestemd met andere onderzoeksprogramma’s, bijvoorbeeld de Kennis & Innovatie agenda van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en het Strategisch Onderzoeksprogramma van Deltares om te kijken waar inspanningen versterkt kunnen worden. Deltares en WVL gaan samen na hoe in het proces van zowel beoordelen als ontwerpen de krachten op het gebied van kennis kunnen worden gebundeld.


RWS heeft de komende jaren een grote opgave in het beheren en beoordelen van de eigen keringen. De kennis van Deltares wordt ook ingezet om vragen van Rijkswaterstaat als beheerder te beantwoorden en kennisontwikkelingen daarop aan te laten sluiten.


De bijdrage van Deltares aan de implementatie en toepassing van de waterveiligheidsnormering heeft betrekking op, zowel de beoordeling, het ontwerpinstrumentarium als de zorgplicht. Draagvlak creëren bij waterkeringbeheerders speelt hierbij voortdurend een grote rol.

15.000 km

aan keringen in Nederland 

&

3400 km

aan primaire keringen

60%

van Nederland kan

onder water komen
te staan

9 mln

mensen wonen

in dat gebied

400  

Miljoen

investering in primaire dijken

Bron: RWS

Internationale inzichten 

Het Nederlandse watermanagement staat in het buitenland goed bekend. Deltares versterkt dit positieve imago door innovatieve technieken en rekenmodellen te testen en te valideren in unieke modelfaciliteiten en veldlaboratoria, zoals de Deltagoot, de Geohal en op locatie. Het Rijk, Deltares en het bedrijfsleven exporteren deze kennis veelvuldig.


Internationaal wordt de Disaster Risk Management Cycle vaak toegepast. Nederland is sterk gericht op preventie door keringen. In het buitenland spelen hoogwatervoorspellingen en crisismanagement een grotere rol omdat er vaak andere (lagere) beschermingsniveaus gelden. Samen met partners ontwikkelt Deltares software, zoals Delft-FEWS (Flood Early Warning System) voorspellingssoftware die in meer dan 35 landen wordt toegepast. De ervaring die Deltares in het buitenland opdoet, en de kennis en modellen die daarbij worden ontwikkeld, dienen ook om de eventuele meerwaarde voor toepassing in de Nederlandse situatie af te kunnen wegen.


Samenwerkingsverbanden met de Verenigde Staten, China en Duitsland geven inspiratie voor verdere verbeteringen van onze eigen dijkaanpak. Amerikanen bepalen de sterkte van hun dijken op een andere manier. Deze werkwijze heeft Deltares en Rijkswaterstaat kritisch doen nadenken over onze modelmatige aanpak. In pilotprojecten zijn samen met waterschappen beschrijvende analyses en zogenaamde faalpaden opgesteld. Gebieden bleken daarin vaak veiliger dan aanvankelijk berekend.

De proef op de som: sprongen in kennisontwikkeling

De laatste jaren is het steeds gebruikelijker om de kennisagenda’s van Rijkswaterstaat, HWBP, Deltares en andere kennisinstellingen op elkaar af te stemmen en op onderdelen te integreren. Zo worden kennis- en innovatietrajecten die worden geëntameerd vanuit HWBP al vanaf de start zo opgezet dat latere opname van de ontwikkelde kennis en innovatie in het BOI direct wordt meegenomen, en omgekeerd wordt kennis en ontwikkeling vanuit KPP en SO-onderzoeken zo snel mogelijk naar de dijkversterkingsprojecten van HWBP gebracht. Op diverse niveaus wordt zo gewerkt aan doelmatige besteding van de middelen en inzetten van voortschrijdend inzicht bij het veilig houden van Nederland.


In onderling overleg worden de belangrijkste kennisleemtes en prioriteiten voor onderzoek en ontwikkeling vastgesteld. Hiervoor dienen ‘Rode draden documenten’, die uiteraard periodiek worden geactualiseerd. Deze documenten worden aangevuld met zogenaamde faalpadenanalyses, waaruit ook de belangrijkste kennisleemtes kunnen worden gedestilleerd. Op deze manier kan gesproken worden over een stabiel, uitlegbaar en meerjarig werkpakket

Hoe dit in elkaar grijpt wordt duidelijk aan de hand van de kenniscyclus. Vanuit kennis en vanuit toepassing in praktijk moeten de belangrijkste kennisleemtes worden geïdentificeerd. Hierna is een onderscheid tussen meer fundamentele kennisleemte (SO), meer praktisch gerichte kennis- en innovatietrajecten (HWBP) en het verwerken van nieuwe kennis in modellen, adviezen, leidraden en andere kennisdragers (KPP). De tendens van de laatste jaren is om als validatie aan het eind van kennisprojecten grootschalige praktijkproeven uit te voeren. Denk hiervoor aan de Eemdijk Damwandproeven, prototype pipingproeven in Friesland en de Hedwigepolder, Gras op Zand proeven in Overijssel en toepassing van de Grof Zand Barrière in Gameren (waterschap Rivierenland). Dit soort proeven maken sprongen in de kennisontwikkeling en toepassing mogelijk die vervolgens in het BOI een plek krijgen.

Bekijk de damwandbezwijkproef op Youtube

Overgang naar overstromingsrisico’s

Met de overgang naar overstromingsrisico’s is een nieuwe weg ingeslagen. Dit vraagt veel aanpassingen in het instrumentarium, maar vooral ook in denkwijze. Dit is wennen, maar het biedt ook kansen voor optimalisaties. Het denken in overstromingskansen biedt ruimte om faalpadanalyses uit te voeren en daarmee zijn er ook meer punten waarop kan worden ingegrepen om realistische overstromingskansen te kunnen bepalen. Er komen steeds meer voorbeelden waarin Rijkswaterstaat, waterschappen, markt en kennisinstellingen hier gezamenlijk stappen in maken. Dit soort ervaringen, maar in feite alle ervaringen die nu met toepassing van het BOI worden opgedaan zijn uitermate nuttig om van te leren. Het instrumentarium moet aan de hand van de ervaringen worden aangepast en de ervaringen zijn mede bepalend voor de onderzoeksagenda’s. Door toepassingen van de nieuwe werkwijze te delen wordt integratie hiervan in het denken in de sector bevorderd.


Op de langere termijn is het initiatief Waterveiligheidslandschappen een voorbeeld van hoe er in een steeds bredere afweging naar waterveiligheid gekeken kan worden. In feite stijgen we op de waterveiligheidspiramide van sec water tegenhouden naar steeds bredere maatschappelijke afwegingen. Dit is mede ingegeven door de wens om ook op langere termijn draagvlak te houden voor waterveiligheid, dit ook betaalbaar te houden en in te zetten op het anticiperen op toekomstige maatschappelijke ontwikkelingen. Het is een mooi voorbeeld hoe met DGWB, Rijkswaterstaat en HWBP gezamenlijk gestreefd wordt om dijkversterking ook aan te grijpen om toekomstbestendige oplossingen, maatschappelijke meerwaarde en ruimtelijke kwaliteit te realiseren. Het onderwerp staat inmiddels op de diverse kennisagenda’s.

Verder lezen

Meer weten over de stand van zaken en het toekomstperspectief van waterkeren in Nederland?

Contact

Goaitske de Vries


goaitske.devries@deltares.nl

Alessandra Bizzarri


alessandra.bizzarri@rws.nl